De spion – Paulo Coelho

Gelezen voor Hebbannl  –  Arbeiderspers 2016

Titel: 100 jaar geleden – MATA HARI – 100 jaar later volgens Paulo Coelho

de-spionIn zijn nieuwe boek DE SPION laat Paulo Coelho zijn hoofdpersoon Mata Hari, die de meest legendarische, fascinerende, intrigerende, lichtzinnige, losbandige en sexy vrouw/danseres/courtisane aller tijden is, haar laatste testamentbrief schrijven vanuit de vrouwengevangenis Saint Lazare van Parijs. Dit gebeurt in de laatste week vóór haar executie op 15 oktober 1917 in het fort van Vincennes; zij werd veroordeeld wegens spionage en hoogverraad. Ook haar advocaat Edouard Clunet schrijft een soort bekentenis over de rechtsgang en haar veroordeling en meent te weten waar het misging met haar. Het boek vermeldt: “Gebaseerd op ware feiten”, maar dus op fictieve wijze ingevuld door de beroemde schrijver Coelho, die gezien zijn eerdere boeken gespecialiseerd schijnt te zijn in verhalen over fictieve vrouwelijke hoofdpersonen (De alchimist, De heks van Portobello, Veronika besluit te sterven, Aan de oever van de Piedra huilde ik, enz.) ; maar nu dus in De Spion een historisch personage beschrijft.

Uit deze fictieve brieven wordt het (nood)lot duidelijk van Margaretha Geertruida Zelle (Mata Hari), geboren op 7 augustus 1875 in Leeuwarden als dochter van hoedenfabrikant Adam Zelle en Antje van der Meulen. Vanaf haar jonge jaren is zij zeer zelfstandig en vrijgevochten. Een feministe ‘avant la lettre’. Tragische ervaringen door misbruik van haar schooldirecteur en door haar veel oudere echtgenoot Rudolf McLeod, kapitein in het Nederlands-Indische leger op Java, de moord op haar zoontje door een van de baboe’s, besluit zij, teruggekeerd in Nederland op zoek te gaan naar avontuur in Parijs. Inmiddels is ze gescheiden, geen cent meer op zak en de voogdij verloren over haar enige dochter.

Het is 1902. We zijn dan ten tijde van de Wereldtentoonstelling, in de Belle Epoque, een periode van welvaart, ontplooiing van kunsten en wetenschappen. Coelho beschrijft door de ogen van Mata Hari o.a. het leven in de mondaine salons, ontmoetingen met de bekende namen van die tijd: Picasso, Modigliani, enz. Het begin van haar carrière met haar eerste grote optreden in 1905 in het Musée Guimet als Oosterse, exotische en erotische danseres. Zij vindt de eerste echte striptease uit door zich successievelijk te ontdoen van haar (zeven) sluiers. Mata Hari (Maleis voor het oog van de dageraad = de zon) is geboren. Heel Europa ligt aan haar voeten. Men verafgoodt haar. En zij begrijpt dat ze nog meer geld kan verdienen en wordt de courtisane van ontelbare hooggeplaatste (meestal geüniformeerde) heren en ze wordt benijd door veel vrouwen. Voor haar betekent het slechts mechanische liefde. Maar het maakt mannen wel kwetsbaar….

In 1914 breekt W.O.-1 uit en haar roem is inmiddels behoorlijk afgenomen. Haar gewicht is toegenomen en ze is duidelijk ouder geworden. Ze moet op zoek naar andere inkomsten. In Berlijn biedt men haar spionagewerk aan voor een wel heel gering bedrag, maar ze accepteert. Zogenaamd, denkt ze. Ze gooit de flesjes met onzichtbare inkt waarmee zij als agent H 21 boodschappen moet doorgeven leeg. Voor haar is het duidelijk, ze zal haar geliefde Frankrijk nooit verraden.  Verkeerde redenering. Getuige de tragische afloop.

Zij wordt ter dood veroordeeld. Onschuldig aan het aan haar ten laste gelegde. Schuldig door haar vele leugens en leugentjes, politieke intriges en spelletjes enz. Zoals de ondertitel aangeeft: Mata Hari. Haar enige fout was dat ze een vrije en onafhankelijke vrouw was”.  In de brief van Clunet kunnen we lezen op blz 168 dat de openbare aanklager André Mornet  aan de schrijver Paul Guimard heeft toevertrouwd dat het hele proces tegen Mata Hari was gebaseerd op deducties, extrapolaties en veronderstellingen. Zijn conclusie was: “Tussen ons gezegd en gezwegen, voor wat wij aan bewijs tegen haar hadden, zou je een kat nog geen schop geven”.

Prachtig is dan ook te lezen hoe zij zich op en top kleedt om onvervaard naar het executiepeloton te gaan. Blz. 16: Ze trok een paar zwarte zijden kousen aan – iets wat onder zulke omstandigheden grotesk leek -, stak haar voeten in met zijden strikken versierde hoge hakken, stond op van haar bed en haalde van een kleerhanger in de hoek van de cel een bontjas die tot haar voeten reikte en waarvan de mouwen en de kraag verfraaid waren met bont van een ander dier, waarschijnlijk een vos. Ze deed de jas aan over de zware, zijden kimono waarin ze geslapen had. Haarzwarte haar was in de war, ze kamde het met zorg en bond het samen in haar nek. Ze zette een vilten hoed op en maakte hem met een zijden lint vast onder haar kin, zodat de wind er geen vat op zou krijgen”.

En kenmerkend voor haar leven en deze dood die zij zo waardig tegemoet treedt is dat zij ook weigert geblinddoekt te worden. Blz. 17-18. Ze houdt haar blik schijnbaar rustig op haar beulen gericht (…)  Het werd haar laatste dans.

Het was weer een genoegen om met de vlotte schrijfstijl van Coelho hernieuwd kennis te maken. Duidelijk verschil in schrijfniveau tussen Mata Hari en haar advocaat. En tussendoor die juweeltjes van Coelho’s spiritualiteit, mooi gevonden gelijkenissen, eigen filosofieën en gedachten die hij handig door de tekst van zijn twee hoofdpersonen weeft.

Op blz. 24-25 laat hij M.H. in haar dodencel schrijven: “Op dit moment kijk ik naar mijn leven en begrijp dat het geheugen een rivier is die voortdurend achteruit stroomt. Herinneringen zijn grillig, beelden van dingen die we meegemaakt hebben en die ons nog steeds kunnen beklemmen vanwege een of ander klein detail of onbetekenend geluid (…) Herinneringen winnen altijd en daarbij brengen ze nog angstaanjagender demonen mee dan melancholie: wroeging en spijt; ze vormen mijn enige gezelschap in deze cel (…)

Op blz. 68 vinden we een slotcitaat dat noch bij Mata Hari noch bij Madame Guimet lijkt te horen die in dit hoofdstuk aan het woord komen, maar nu dus uitsluitend van Coelho zelf is. “Wanneer we niet weten waar het leven ons naartoe brengt, zijn we in ieder geval niet de weg kwijt.”

De vooruitziende blik van de zingende bedelaar in Den Haag (blz. 107): Een vogel in een kooi kan zingen over vrijheid, maar zal zijn leven lang gevangen blijven. Thea aanvaardde het leven in een kooi, maar toen ze eruit wilde, was er niemand die haar begreep en hielp.”

Mata Hari is zich gaan interesseren voor het werk van Oscar Wilde die evenals zij zijn laatste dagen in Parijs heeft doorgebracht, die daar begraven werd zonder dat er ook maar één vriend bij de plechtigheid kwam opdagen en tegen wie de enige serieuze aanklacht was dat hij de minnaar van een man zou zijn geweest. En zij hoopt dat dat ook de reden is van haar veroordeling…. Blz 123. Daarna volgt een verhaal van Wilde, bestemd voor kinderen, over een nachtegaal, een student en een rode roos. Mata Hari besluit haar afscheidsbrief met: “Dat was mijn leven; ik ben de nachtegaal die alles gaf en stierf terwijl hij dat deed. Hoogachtend, Mata Hari.” Blz 125.

Maître Clunet vertelt in zijn brief op blz. 158 de Griekse mythe van Psyche en Eros die hem altijd heeft gefascineerd en die – volgens hem – het verhaal van Mata Hari samenvat en tevens ook haar fout aangeeft. Zij wilde machtiger zijn dan de liefde.

De Spion is gewoon een mooi boek! Een aanrader. Jammer dat er niet gekozen werd voor de vrouwelijke vorm van “spion”…… Dat had Mata Hari verdiend, ….door haar zelfgekozen leven en haar onschuldige dood, nu bijna 100 jaar geleden.