Ontaarde Moeders – Renate Dorrestein (1992)

         

“Wat te doen met het kind?”

Nu, nà 25 jaar heb ik “Ontaarde Moeders” voor de tweede keer gelezen. Onze unieke “Hebban-leesclub met eigen exemplaar” had deze titel democratisch uitgezocht. Prima idee. Ik had nog een vergeeld exemplaar in de kast staan. Helaas maakte ik in die tijd nog geen aantekeningen… Jammer. Ik herinner me wel dat destijds dit boek op mijn Dorrestein top-5 stond, samen met Hart van Steen, Het Hemelse Gerecht, Buitenstaanders, Verborgen gebreken. Een van mijn favoriete schrijvers.

Vond ik het nu, in 2018, nog steeds zo geweldig? Eigenlijk niet…

We volgen in Ontaarde Moeders drie generaties vrouwen.

De “oermoeder” zogezegd. Zij bepaalt het leven en het afschuwelijke lot van haar nageslacht. Zij is gevoelloos en meedogenloos tot haar laatste snik. Ook haar echtgenoot heeft ze tot een wanhopige daad gedreven.

 Ze is de moeder van Meijken die te weinig karakter vertoont om tegen haar dominante en tirannieke moeder in te gaan. Zij volgt haar zonder enige tegenspraak. De enige op wie ze haar agressie af en toe botviert is haar sullige man Gert Balm, drogist, die haar nog steeds onvoorwaardelijk aanbidt.

En Bonnie. Het leeftijdsverschil met Meijken is 18 jaar. Zij is een onafhankelijke, geëmancipeerde vrouw geworden met veel feministische trekjes. Het moederschap is haar overkomen en dat is geenszins een belemmering voor een glansrijke carrière in de tropische plantkunde waar ze ook over publiceert. Ze laat dan ook haar dochtertje achter bij de vader, Zwier, zonder enige scrupules en zonder ooit contact met haar op te nemen. Maar daar dreigt toch verandering in te komen…

Maryemma, de dochter van Bonnie. Zij groeit op bij haar vader, Zwier. In Afrika waar hij archeoloog is.  Hij verwaarloost haar; hij weet niet goed hoe hij vader moet zijn. En hij wordt soms behoorlijk agressief. M. vergeeft hem alles. Bang ook hem kwijt te raken. “Haar vader graaft zich als een mol door de tijd” zegt ze. “Omdat, zegt hij, de mensen nu eenmaal op zoek zijn naar hun wortels. Ze denken, dat het verleden vol geheimen zit die begrepen moeten worden.” En inderdaad dit boek verbergt veel geheimen…. waar de lezer wél achter komt, maar de hoofdpersonen om wie het gaat, niet. Ook Maryemma niet.

 De schrijfstijl nader belicht.

Het eerste wat me eigenlijk tegenviel is dat dit boek in vergelijking tot de andere Dorresteins vrij weinig humor heeft. Ook de anderen in onze leesclub misten de vileine Dorresteinhumor.

Twee voorbeeldjes toch nog over Gert Balm, de man van Meijken die inmiddels 250 kg weegt: “Hij ziet nog steeds het meisje dat hij gesmoord heeft in het vet.” Ik dacht even: Is hij een feeder? Maar nee, M. was geheel zelf verantwoordelijk voor haar enorme gewicht waardoor ze nu al 37 jaar lang niet meer het huis uit komt. Dat moet een oorzaak hebben…

En het volgende citaat: “Zijn geruststellende glimlach legt het hele hunebed in zijn mond bloot.” Dat scheen nog een melkgebit te zijn, verontschuldigde hij zich.

Een humorloze schrijfstijl dus, vooral in het begin oersaai. Het begin is een soort van feministische verhandeling door Bonnie. Moeizaam om door te komen. Gelukkig werd er daarna sneller van perspectief gewisseld. Elk personage heeft zo zijn eigen flashbacks in zijn/haar gedachten aan cruciale momenten in het verleden, heeft imaginaire gesprekken… en aldus openbaart zich voor de lezer steeds meer de onnavolgbare Dorresteinplot. Van flashforwards hou ik dan weer niet zo, maar dat is persoonlijk, vermoed ik. Blz. 161: “Maar als ze denkt dat dit al schrikken is, dan heeft haar vader binnenkort nog een lelijke verrassing voor haar in petto. Tot in het diepst van haar ziel zal ze geschokt zijn. Geschonden vertrouwen.”  Tja, haar vader is dus ook op weg ontaard te worden.

Een vondst vond ik dan weer wel de hallucinaties van Meyken die ongemerkt binnensluipen, bijvoorbeeld met de hijger aan de telefoon. Dat heb je toch echt even niet door.

Dan waren er de vele herhalingen. “Baren en zogen” vond ik vreselijk. “Vrolijk Kerstfeest …” vond ik nog passabel. De echte “oermoeder” Lucy wordt ook te vaak genoemd en uitgelegd. Maar nog veel vervelender vond ik de bijna encyclopedische opsommingen van soms een halve bladzijde. Ik noem er een paar. De opsomming bv bij het geboortejaar jaar 1937 van Meyken op blz. 107. Op blz. 143 – de bewieroking van het mannelijk geslacht. Maar het moet gezegd dat deze opsommingen handig zijn wanneer je dit boek 25 jaar later leest.

En er zijn er meer terugkerende verschrikkingen in dit boek. Steeds weer die Victor Hugo als alter ego van MaryEmma. Waarom juist déze naam? Dat stuit me echt tegen mijn francofiele borst. Eén naam was ook wel voldoende geweest. Misschien functioneel voor zo’n eenzaam meisje, maar toch… too much.
Eigenlijk deed deze schrijfstijl mij enigszins denken aan een komedie, een bijna klassiek theaterstuk. Steeds opnieuw komt er weer iemand binnen die je niet verwacht of de telefoon gaat, ook weer niet verwacht wie er aan de lijn zou zijn. En als kers op de komedietaart: de Deux ex Machina, de ommekeer… door de vondst van de dode vrouw. De lezer wordt hierdoor op het verkeerde been gezet en denkt aan een ander slachtoffer. Dit “lijk” wordt niet verder “uitgediept”. Ze wordt gevonden en verder niets. De identificatie levert geen bruikbaar slachtoffer voor dit boek op. Het is niet wie we denken… Wie wel? Er wordt geen woord meer over geschreven.

Zoals in een komedie, worden alle personages extreem uitvergroot, zijn onaangepast en zijn  eigenlijk lachwekkend.

Opvallend vond ik dat we 25 jaar geleden ook al over een witte vrouw moesten praten ipv een blanke vrouw. (blz 11). Dorrestein was haar tijd dus al ver vooruit. Ik herinner me trouwens niet dat het woord ´blank’ toen al taboe was. Voorts waren er natuurlijk wel de gebruikelijke gedateerde elementen.

Conclusie:

Afsluitend moet ik helaas concluderen dat Ontaarde Moeders uit mijn Dorrestein-favorietenlijstje is geduikeld. En flink. Mijn beoordeling is nu: drie sterren.

Toch ben ik van plan méér oude Dorresteins te gaan herlezen.

Zeist, 9 maart 2018

Wil