Eva – Bregje Bleeker

EVA, die mijn moeder was.

Heel dichtbij, maar toch zo ver weg.

“Het verlangen naar wat niet had bestaan”

Ruim vijftien jaar na het vroegtijdig overlijden van haar moeder besluit Bregje Bleeker een boek te schrijven over dit dramatische ziekteproces. Haar moeder (in dit boek Eva genaamd) overlijdt aan de gevolgen van de ziektes Parkinson en dementie die zich openbaarden toen zij amper hoogleraar was geworden. Zij was toen 51 en Bregje 21. Uiteindelijk is Eva 59 jaar geworden.

De schrijfster begint het boek met een soort proloog (een ongenummerd hoofdstuk) waarin zijzelf centraal staat wanneer zij op 21-jarige leeftijd samen het haar vriendin een wereldreis gaat maken en zij per trein vertrekken en uitgezwaaid worden door familie en een grote schare uitbundige vrienden. Haar moeder Eva is er ook bij en het wordt duidelijk dat bij haar dan al de eerste tekenen van Parkinson zichtbaar zijn. Herhaaldelijk heeft Bregje het over de “stijve linkerarm”, de vermoeidheid en haar stilzwijgen. Eva zelf denkt terug aan haar eerste grote studiereis naar Rusland die zij op ongeveer dezelfde leeftijd als Bregje maakte, samen met Jacob, nu de vader van Bregje. Deze reis is een parallel tussen moeder en dochter. Maar daar blijft het bij, in dit boek.

Dan volgt een te lange flashback naar de jeugd van Eva; de (oudere) lezer herkent wel het “rijke” (!) Roomse leven in die tijd van Eva en vooral van haar ouders (in het boek Oma en Opa genoemd) die in het kleine dorp Princenhage, onder de rook van de provinciestad Breda, woonden. Het is een ware kroniek van de tijd vóór WO-II. Het levensmotto van het gezin, vooral door Oma met verbitterde stem blijvend herhaald,  is duidelijk: “Zorg dat je nóóit van een man afhankelijk wordt!” Een reden voor de schrijfster om al bij haar feministische Oma te beginnen. Oma zei ook: “Gewoon volhouden, dan komt het altijd goed”.                                                                                                                         Levensmotto’s die ook voor Eva en haar gezin gelden, ook al kondigen zich bittere tijden aan. Op blz. 94 lezen we: “Er was geen hoop op genezing. Er was geen therapie. Ook niet in Amerika. Eva beet op haar lip. “We gaan gewoon verder”, zei ze. En ze glimlachte flauwtjes. Zelfs haar doodsstrijd duurt eindeloos, want Eva geeft niet op. Blz. 182: “Eva wilde niet dood”. Ze had maling aan alle statistieken… Blz. 186: “Eva is uiterst traag van ons weggegaan”. “We gingen ‘gewoon’ verder.” Bregje schrijft een paar regels verder: “Ik herinner we vooral de verwijten, vetes en eindeloze ruzies. Ze gingen over Eva of we zeiden dat ze over Eva gingen”.

Later denkt de schrijfster aan haar moeder terug, aan het moment waarop ze net overleden was, ze had toen een grote glimlach op haar gezicht. Direct na haar dood straalde ze. (…) Alsof ze zelf het licht of de boodschap was: als je maar lang genoeg probeert, lukt het altijd. Als je het echt wilt, als je doorgaat en niet opgeeft, en het nog maar weer een keer probeert, dan komt het altijd goed.” (blz. 189). Het levensmotto volbracht. Ik denk dan als lezer: “Maar,…ten koste van wie, wat?”

Bregje Bleeker put bij het schrijven van dit boek uit haar eigen herinneringen en die van Marjet, de zus van Eva. Overigens zijn de herinneringen van Marjet niet altijd waarheidsgetrouw. De relatie moeder / dochter wordt slechts eenzijdig belicht. We komen niet achter de gevoelens van Eva, ook niet toen zij nog gezond was en een ogenschijnlijk leuk gezinnetje vormde met Jacob, Bregje en haar zus. Wel lezen wij dat zowel Eva als Jacob “rationeel beheerst” leven (blz. 128) en er geen tijd of zin was om te praten op welke leeftijd dan ook, over welk belangrijk probleem dan ook. Eva volgt in wezen haar moeder (Oma) en Bregje loopt in hun voetstappen braaf mee. Ik vraag me af of er wel echt sprake is van (wederzijdse) liefde? Misschien op het laatst bij Bregje; maar misschien is dat toch eerder verdriet, medelijden met haar nu zo afhankelijke moeder, een te groot verantwoordelijkheidsgevoel. Eigenlijk begreep ik de “zus van Bregje” het best…..die zich afzette, zo min mogelijk aan mantelzorg wilde doen omdat zij haar ouders verweet dat zij er op een cruciaal moment in haar leven, toen zij als puber met zware allergie in het AMC lag, ook niet waren geweest terwijl ze toch beiden in het zelfde ziekenhuis werkten…! Blz. 91: “Ze hadden haar gezegd dat ze geen tijd hadden”.

Over hun manier van communiceren schrijft Bregje (blz. 161): “Ik denk dat we alle vier intens verdrietig, onmachtig boos en door haar ziekte verslagen waren. Maar we deelden het verdriet niet. (…) We hadden het er niet over hoe treurig het was dat Eva nu in een verpleegtehuis woonde. Nee, we maakten ruzie.”

En in dat verband citeer ik de mooiste zin uit het boek, op blz. 10 al. Bregje gaat op wereldreis en neemt afscheid van Eva. (…) Weer met haar arm ertussen. Weer met dezelfde onhandigheid. (…) Ik keek haar aan en duwde haar van me af. (…) Geen vlucht! Nee! (…) En dan nu die mooie zin: “Dat beeld vergeet ik niet, net als het verlangen naar wat niet had bestaan.”  Een uiting van schrijnende eenzaamheid.

Door de eenvoudige schrijfstijl, de korte zinnen (het boek is eigenlijk een klinische opsomming, een soort logboek van de diverse stadia van een terminale ziekte) hebben zowel Eva als Bregje mij niet echt kunnen ontroeren. Misschien komt het dat ikzelf ‘gelukkig’ geen ervaringsdeskundige ben, zoals veel medelezers in deze Hebban-leesclub wel zijn. Voorts miste ik door deze manier van schrijven de diepgang in dit boek en dat stoorde me. Ik had graag meer willen weten. Bijvoorbeeld: Hoe durft Jacob aan het ziekbed van Eva te verschijnen met zijn nieuwe liefde, Rosita, zijn ‘Weespermopje’, terwijl hij Eva vaak ‘het arme mens’ noemt alsof het over de buurvrouw gaat. Vraagtekens te over.

Door de lovende woorden op de cover, o.a. van Hugo Borst “Knap, raak en herkenbaar. EVA is een familietragedie boordevol liefde” had ik meer verwacht van dit boek. Wat júíst ontbrak in dit boek is m.i. “de liefde”. Ik geef het boek EVA drie sterren. Wel geef ik vijf sterren voor de openhartige antwoorden van de schrijfster op onze vragen. Zie: https://www.hebban.nl/spot/leesclub-eva/nieuws/stel-een-vraag-aan-bregje-bleeker.

 

Maart 2017

Wil van Basten-Malipaard