De een zijn dood – Bernlef

 

 

 

 

 

 

 

 

De erfenisjager…  Wie is Francien Vos?

Deze “Bernlef” (2011) lag al een tijdje te wachten. Bernlefs grote doorbraak was natuurlijk met zijn aangrijpende roman “Hersenschimmen” uit 1984. Een boek dat ik wel een paar keer herlezen heb en heb aanbevolen. Sindsdien was ik wel min of meer fan. Bernlef (pseudoniem voor H.J. Marsman) is een zeer productief schrijver en dichter. Ik was van mening dat dit zijn laatste roman was; immers Bernlef is overleden in oktober 2012 op 75-jarige leeftijd. Maar niets is minder waar. In 2012 kwam nog een verhalenbundel uit “Help me herinneren” en zelfs nog een roman “Onbewaakt ogenblik”. En postuum: in 2015 “Een onschuldig meisje”.

Oud-rechercheur Wim Terlinde is op zoek naar nabestaanden van de overleden Roderick Vos en komt uit bij twee vrouwen die in diens leven een rol hebben gespeeld. Terlinde wil de Belastingdienst vóór zijn, anders slokt deze laatste bij gebrek aan erfgenamen de erfenis volledig op. Hij moet snel handelen.

“De een zijn dood” heeft een aparte opbouw. Geschreven in vier delen. Vanuit vier perspectieven. Heel apart. Eigenlijk zoals in een politiedossier dat behoort bij een gepleegde misdaad; er zijn vier verklaringen opgetekend. Door deze vertelwijze is de lezer eigenlijk vanaf het begin op de hoogte hoe de plot in elkaar steekt. Toch is dit niet helemaal waar. Deel III, dat aanvankelijk heel lieflijk en vriendelijk begint, eindigt in een schokkend, toch niet helemaal te voorzien, drama. Daar is Bernlef op zijn best. Hij kruipt a.h.w. weer in het hoofd van zijn hoofdpersonen, volgt hun ziekelijke afwijking en laat hen in hun ogen heel aannemelijke dingen doen met tragische gevolgen. Hij beschrijft een dergelijke gemoedstoestand op meesterlijke wijze. De lezer leest machteloos mee en zou willen ingrijpen.

Gezien het voorgaande is het boek niet echt spannend, maar je blijft wel lezen, het maakt je wel nieuwsgierig. De schrijfstijl doet wat oubollig aan. Je merkt duidelijk dat het niet geheel update 2011 is. Vliegreizen worden via Internet geregeld, maar de Bosatlas is nog steeds van onschatbare waarde.  Gelukkig was er toch ook weer de nodige humor. Van die subtiele humor. Voorbeeld: “In de enorme kamer stond een chaise longue waar de veren onderuit staken. Het hemelbed was een vorst waardig., een sinds lang afgezette vorst dan. In het hotel-restaurant zaten oude mensen met kleine voorzichtige hapjes te eten. De obers vertoonden hetzelfde meelevende gedrag als uitvaartbezorgers en legden zich toe op het zo onzichtbaar en geruisloos bedienen van hun klanten (…) Ik kleedde mij uit en klom in het hemelbed van de afgezette koning.”

“De een zijn dood” is zeker de moeite van het lezen waard. Een heerlijk tussendoorboek. En je leest weer eens hoe het mogelijk is dat sommige (ex-)politieagenten gemakkelijk van het rechte spoor af kunnen dwalen. Ze weten simpelweg te veel en de verleiding is te groot. Ik geef DRIE STERREN.

Zeist, januari 2018