Feuilleton De Cazalet-kronieken, deel 2: Aftellen

Auteur: Elizabeth Jane Howard, Uitgever: Atlas Contact, Uitgeverij

e-book, heb ik gelezen, vóór de officiële publicatie

  • Sneak Preview: 17 – 49
  • Aflevering 1: 49 – 114
  • Alevering 2: p. 115 – 259
  • Aflevering 3: 260 – 439
  • Aflevering 4: p. 440 – 559

Samenvatting  –  Bol.com

In “Aftellen’, het tweede deel in de Cazalet-serie van Jane Howard, schrijven we 1939, Hitler is net Polen binnengevallen. De vrouwen en kinderen Cazalet worden geëvacueerd naar Home Place. De idyllische tijd van spelletjes en uitgebreide feestmalen is voorbij. De tienermeisjes Louise, Polly en Clary worden snel volwassen onder invloed van zowel de omstandigheden op het wereldtoneel als de gebeurtenissen in hun eigen leven. Voor hun ouders verandert alles door de oorlog. Edward meldt zich bij de RAF, Rupert gaat naar de marine en wordt na Duinkerken in Frankrijk als vermist opgegeven. Hierdoor rust het hele familiebedrijf op de schouders van Hugh, die door zijn verwondingen uit de vorige oorlog zelf niet ten strijde kan trekken. En ondertussen wordt zijn geliefde Sybil getroffen door een mysterieuze ziekte.
Voor de liefhebbers van Downton Abbey!

Mijn recensie:

NET EEN “NORMALE” FAMILIE… MAAR DAN RUIM 75 JAAR GELEDEN…

Drie generaties van de welgestelde familie Cazalet staan ook in dit deel II volledig in de schijnwerpers. We volgen niet alleen alle familieleden (oudtantes incluis) en hun vriendenkring, maar ook hun vele personeelsleden met hun belevenissen, hun gedachten, hun liefdesleven, hun geheimen, enzovoorts. Het begin van Wereldoorlog II vormt het belangrijke decor.

Aan het hoofd van de Cazalet-clan staan onbetwist opa William Cazalet (de generaal) en zijn vrouw Kitty Barlow (de baronie), het eigenlijke opperhoofd, zoals in veel families. Men kan niet om haar heen. Zij beslist en regelt alles, en dit in de ruimste zin van het woord: ALLES.

Vanwege de oorlog die meer en meer oprukt en zich steeds nadrukkelijker manifesteert ook in hun nabije omgeving, woont de hele clan broederlijk en zusterlijk bij elkaar in het grote Home Place waar men verwacht op veilige afstand te zijn van vijandige bombardementen e.d. Het leven daar in Sussex vergt wel heel wat aanpassingen maar het leven is er nog steeds goed te noemen en er zijn niet zo heel veel échte ontberingen. Het huis raakt wat meer vervallen, het voedsel is niet altijd toereikend en zeker minder gevarieerd, er moet gejaagd worden op konijnen en patrijzen waar dan wel weer heerlijke pasteien van gemaakt worden door de kokkin mevrouw Cripps. Zij kan zelfs van aardappels een pastei maken. De kou is in wezen de grootste vijand.

De Cazalets krijgen te maken met de oorlog dus, verzorgen oorlogsgewonden en oorlogsinvaliden, er wordt één van de zoons vermist in Frankrijk. Dat brengt hoop en vooral vrees mee. En men geeft al snel de hoop op, op één dochter na. Heeft zij gelijk?

De kleinkinderen zijn deels lief, maar enkelen zijn ook vreselijk vervelend en dwars. Eén van de kleinzoons heeft wel heel morbide neigingen en afwijkend gedrag vanaf zijn prille leeftijd. Geen moeder meer, vader vermist. Tja.  De meisjes komen er wel wat beter af. Maar er is weer Louise die als te ambitieus wordt gezien, te egoïstisch ook. Ook door haar nichtjes die misschien wel wat jaloers zijn. Jaloezie is ook een belangrijk thema. In de eerste generatie, zeker in de tweede generatie en dus ook in de derde generatie.

Hoe zijn de huwelijken? Opa en oma, ik houd het op een degelijk echtpaar op leeftijd. Ik ga er niet verder op in. Bij hun zoons en enige dochter vinden wij bijvoorbeeld overspel, bedrogen echtgenoten, ongewenste zwangerschap, scheiding, homoseksualiteit en zeer dubieuze incestueuze handelingen. En qua gezondheid hebben ze ook heel wat ziektes te verwerken en vroegtijdig overlijden. Daardoor krijgt het gezin de wel heel jonge stiefmoeder Zoë erbij die ook zo haar eigen schuldige problemen heeft. Moeizame relaties onderling, maar ook met hun kinderen en kinderen onderling.

Bij de derde generatie hebben we ook nog te maken met overspel, ongewenste zwangerschap en abortus (en dat in dié tijd!). De jongere meisjes kampen vooral met hun puberale onzekerheid, wat is liefde nu precies, wat wordt er nu van hen verlangd in hun huwelijk en hun leven; ze hebben vroegrijpe conversaties daarover maar ook verbazingwekkende naïeve discussies en standpunten. Eigenlijk heel herkenbaar. Kleinzoon Neville ondervindt grote problemen doordat hij niets meer verneemt van zijn vermiste vader en zijn zusje krijgt wel een kort briefje. Hij blijft de stoere knaap. Kleinzoon Christopher komt in ernstige psychische problemen door zijn weigering in het leger te gaan. Een aparte therapie (met hond) komt er aan te pas om hem weer wat op te kalefateren. Gaat hij nu twijfelen?

Een van de belangrijkere thema’s is wel de communicatie. Ik denk dan vooral aan het niet communiceren met elkaar, onder het mom van: “Het is beter te zwijgen. Je wordt maar onnodig ongerust. De “Wat niet weet, wat niet deert”- politiek. We lezen op p. 240 “Als iets zorgwekkend is, zou je denken dat iedereen er meer over zou praten, maar onze familie niet – het is gewoon een bende struisvogels”.  Maar ik denk ook aan de vele geheimen binnen deze familie! En dan kom ik weer terug bij de titel van mijn recensie: Net een “NORMALE” familie. In 2017 is dat toch nog net zo?!

Mijn conclusie:

We tellen dus bijna 600 pagina’s. Meer geschikt om te lezen als dagelijkse of wekelijkse feuilleton dan als roman. Maar liever volgen als t.v.-serie! Een soort Goede Tijden, Slechte Tijden-soap avant la lettre, van zo’n ruim 75 jaar geleden maar dan met beduidend meer diepgang en realiteit.

Er zijn te veel personen, te veel uitweidingen, de schrijfstijl is te gedetailleerd. Te weinig hoofdstukken. Zinnen van ongeveer een halve bladzijde zijn geen uitzondering. Maar alle mogelijke thema’s en motieven zijn dan ook in dit tweede deel terug te vinden en worden uitgebreid uitgewerkt. Desalniettemin, het moet gezegd: er is ook de nodige humor in de beschrijvingen en vergelijkingen. P. 470 “Hij had een vieze smaak in zijn mond, deels omdat hij met zijn valse tanden in had geslapen. Hij maakte alles schoon, de levende en de dode, zoals hij ze noemde, en nam een flinke teug zuiveringszout…” Hij = Edward 43 jr. Dat slechte gebit vinden we ook bij zijn vrouw Villy (44jr): p 532 “Villy haalde haar gebit uit haar mond en borstelde het met het poeder dat ze daarvoor gebruikte. Omdat ze allebei een kunstgebit hadden, was er een stilzwijgend ritueel ontstaan waarbij diegene die geen tanden in had, niet hoefde te praten.”  Een ander voorbeeld van humor vond ik op p. 483: “Haar mond vertrok tot een glimlachje dat in haar onderkinnen verdween”.  En zo zijn er nog heel veel meer…

En dan geef ik toch maar twee sterren? Ja. Ik vermoed dat dat hoofdzakelijk komt doordat ik het eerste deel De Lichte Jaren niet gelezen heb. Dat was niet noodzakelijk werd geschreven, maar dat vind ik dus wel! Met een stamboom ernaast was het soms nóg ondoenlijk. En vooral de vele uitweidingen over bijpersonen in de tweede of derde graad, vond ik echt te veel van het goede. Zo’n liefdesgeschiedenis tussen de kokkin en de chauffeur en dan nog die hele scheidingstoestand daar weer achter, ach ja….. Een derde nadelig punt vond ik het lezen via de iPad. Maar dat is persoonlijk. Daarnaast vond ik het irritant dat op elke bladzijde te veel woorden met accenten geschreven werden, daar waar het absoluut niet noodzakelijk was.

Desondanks, fijn dat ik toch met 79 anderen uitverkoren was om al vóór de publicatie dit tweede deel te mogen lezen, weliswaar onder streng embargo!

Dank aan Hebban en Bol.

Zeist, oktober 2017

Wil