Ayoub – Fikry El Azzouzi

“Ik ben gewoon niet honderd procent”

“Ayoub” van Fikry El Azzouzi bestaat uit drie delen:

  • Het schapenfeest – blz 7 – 122
  • Drarrie in de nacht – blz 125 – 276
  • Alleen zij – blz 279 – 454

Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen

Ayoub is een duidelijk voorbeeld van een “coming of age-roman.

Eerste deel.

We volgen Ayoub eerst als elfjarig moslimjongetje, geboren en wonend in België. “Ik ben een Vlaming van Marokkaanse origine. Zeg maar allochtoon.”

Het perspectief ligt bij Ayoub. Zijn schrijfstijl is eenvoudig en we lezen bijna uitsluitend over zijn eigen wereldje, zijn eigen familie en gezinsleden. Ayoub is een intelligente jongen, een buitenbeentje, geen echte kwajongen, daar is hij te soft voor, hij is zelfs wat bangig uitgevallen. Zo denken zijn vriendjes er ook over. Maar wij als lezer, weten meer. Ayoub bekijkt de wereld om hem heen met een scherpe analytische blik. Dat geeft soms hilarische (persoons)beschrijvingen. Hij is een (magische) dromer ook over zijn eigen kwaliteiten die hij grandioos opblaast. Hij heeft een levendige fantasie. In dit deel praat hij met het schaap dat dreigt geofferd te moeten worden. Hij wil het schaap redden. Het schaap dat zichzelf “De enige Echte” noemt, geeft hem goede raad om zijn leventje door te komen. De anderen zijn Misbaksels. Zij dwalen van het rechte pad af. Dit schaap fungeert hier als een soort alter ego.

In de eerste alinea van het boek heeft Ayoub een enge droom. “Zijn zoon moest hij offeren aan Allah. Dit was een test. (…) Verderop raakte een schaap klem in de struiken en wordt geofferd.” Hij ziet zijn eigen vader die hem wil offeren. En denkt: “Lag het aan mijn vader, hij zou geen moment twijfelen.” De toon is gezet over de relatie van Ayoub met zijn vader.  Hoe loopt dit af?  

Aan het eind van dit deel spreekt het schaap weer wijze woorden als A. hem vraagt: Zal mijn vader fier op me zijn en komen kijken als ik een absolute sterspeler zal zijn? Het schaap antwoordt: “Natuurlijk, ook je vader, hij zou geen moment twijfelen.”

Tweede deel.

De adolescentie: de ouders die Ayoub niet begrijpen, die machteloos zijn en maar één redmiddel zien om hem te straffen, namelijk hem uit huis te zetten. Een foute beslissing. Hij ontmoet verkeerde vrienden. Hij verzeilt in onmogelijke situaties, weet zich toch aardig te handhaven en buiten schot te blijven. Maar de onschuldige Ayoub uit deel 1 is nu toch definitief veranderd in een soort (met anderen meelopende) straatcrimineel en wordt aldus een prooi voor ronselaars die andere “heilige” doelen hebben. In dit deel wordt deze kansloze moslimgeneratie wel heel navrant en treffend beschreven. Er is nog weinig plaats voor humor. De dromen van Ayoub zijn nachtmerries geworden. Ayoub heeft altijd een notitieboekje bij zich en zijn zogenaamde vrienden en diverse gebeurtenissen en ontmoetingen worden hierin haarfijn geanalyseerd en bekritiseerd. Gaat A. met de Misbaksels mee? Wordt dit boekje zijn valkuil? Heeft hij zichzelf hierin verklikt?

Derde deel.

Dit deel begint en eindigt met het gebed: De Shahada, de geloofsgetuigenis. De belangrijkste pilaar van de islam om lid te zijn van deze geloofsgemeenschap en deze te erkennen en te volgen.

Dit deel begint als een sprookje en wordt verteld vanuit het perspectief van Eva. “Er was eens, niet zo lang geleden, een afwasser die kwam solliciteren….” Wij zien Ayoub door haar ogen en daardoor krijgt het verhaal toch een extra dimensie. Opmerkelijk is dat zij zelfs zijn dromen / nachtmerries overneemt. En ook praat zij met de vogel in de vensterbank die haar weerwoord geeft. De lezer moet goed opletten.

Ayoub is Afwasser. Inderdaad met een hoofdletter geschreven, als een (roep)naam. En Eva, de vrouw van de restauranteigenaar. Het onmogelijke en erg onwaarschijnlijke gebeurt. Er volgt een romance. Maar is deze ook gedoemd te mislukken vanwege de enorme verschillen tussen hen beiden? Zijn alle vooroordelen over moslims waar? Eva doet wanhopig haar best… Ze vecht tegen alles en iedereen. Tegen zichzelf, tegen Ayoub. Ayoub krijgt ook steeds meer last van de kortsluitingen in zijn hoofd, trillende vingers, heeft zelfs uitvalsverschijnselen. Zijn dit psychosomatische klachten, onverwerkte herinneringen? Er is een bizarre ontmoeting met een oude vrouw (Mermusa) in een rolstoel en haar kleindochter (Zana) die aan Eva een amulet schenken met een van kleur veranderend kikkeroog erin. Het amulet wordt gloeiend heet. Gebeurt dit echt?

Het sprookje eindigt dramatisch. Van “Alleen zij” wordt het nu “Alleen hij” – blz. 451. En het boek eindigt dus met het wederom uitspreken van de Shahada op het vliegveld van (waarschijnlijk) Zaventem.

 

Opmerkelijk vond ik in deze trilogie:

  • de magisch-realistische beschrijvingen die naadloos overgaan in echt reële beschrijvingen
  • de humor en de filosofieën van Ayoub vervat in eenvoudige (straat)taal
  • het ontbreken van een verklarende woordenlijst met alle Marokkaanse termen en woorden
  • de pratende dieren, vogeltjes die redden

Citaten:

Blz. 289: “We zijn met zijn allen een beetje held en veel klootzak. Maar dat is de leven. Ik zeg de in plaats van het. De leven klinkt mooier dan het leven. Op straat zegt iedereen de leven. Wie de leven wil weten, moet op straat leven. Dat is de straatslogan.”

Blz.: 178: “Als er iets is dat discrimineert, dan is het de natuur wel.”

Blz. 135: “Straks gaan de mensen nog denken dat we zemmers zijn”.

Blz. 187:Kifash? Had je het niet door?”

Blz. 327: “Een vogel die begint te praten, dat moet er nog bij komen. Ik denk dat ik me straks ga aanmelden bij de psychiatrie”. “Doe dat maar. Daar is genoeg plaats voor lafaards.”

Blz. 442: Eva wordt aangevallen. “Plots landt een vogel recht op het oog van de schoppende man. Hij grijpt naar zijn oog en schreeuwt het uit. De achterovergekamde man laat me los…”

 

CONCLUSIE

Met deze drie (afzonderlijk van elkaar te lezen) romans over de Vlaamse moslimjongen Ayoub heeft FIKRY EL AZZOUZI de lezer een wel heel aparte invalshoek getoond. Geheel van binnenuit, vanuit deze moslimwereld werd het leven van Ayoub beschreven, met zijn weinige zekerheden, zijn grote twijfels, zijn foute vrienden, de actuele problemen van jongeren, de steeds weer aanwezige discriminatie, wederzijdse gewelddadigheid, enz. Het probleem om als allochtoon in een conservatief authentiek moslimgezin tussen twee werelden te moeten opgroeien en leven. De binnenwereld en de buitenwereld die een schril contrast vormen. Hoe complex is het om met een blanke, westerse vrouw een relatie te hebben en daarmee thuis te komen. Al vond ik deze liefdesrelatie in het derde boek “Alleen zij” wel tot een onwaarschijnlijk verhaal uitgewerkt. Er waren te veel evidente, onoverbrugbare verschillen tussen de beide geliefden. Een goed opgeleide vrouw, Eva, gaat volkomen overstag voor Ayoub, een Afwasser. Eva cijfert zichzelf weg, zij geeft moslimwenselijke antwoorden aan haar toekomstige schoonfamilie en ze volgt Ayoub waar dan ook naar toe. Tja… Ze was aanvankelijk een geëmancipeerde westerse vrouw.

Het tweede deel “Drarrie in de nacht” vond ik het meest aangrijpende deel. Vooral aan het eind waar de ronselaars in beeld komen.

Er zijn nog niet veel romans op de Nederlandstalige literaire markt verschenen die deze aanpak hebben gevolgd. Een grote pluim voor deze nog jonge schrijver. Wij zullen ongetwijfeld nog veel van hem horen en liever nog lezen.

Mijn waardering is VIER STERREN, vooral dus vanwege de gedurfde openhartigheid waarmee Fikry El Azzouzi schrijft over veelal verzwegen en onbegrepen misstanden.

Zeist, 28 maart 2018