Er is hier niemand, behalve wij allemaal – Ramona Ausubel

26 september 2012

‘Voor ons bestond er geen buitenwereld’

Recensie door Wil van Basten-Malipaard

Geheel in de traditie van de joodse storytellers, als Isaac Singer, Amos Oz, Chaim Potok die door het vertellen van magische verhalen kracht putten om de verschrikkingen van pogroms en wereldoorlogen aan te kunnen, vertelt Ausubel het levensverhaal van haar Roemeense grootmoeder die halverwege de Tweede Wereldoorlog wist te vluchten naar de Nieuwe Wereld. Zij woonde in het lange tijd vergeten dorpje Zalischik, in het onherbergzame Noord-Roemenië. Dit dorpje werd destijds gesticht door overlevenden van de laatste pogrom. In 1939, als dit verhaal begint, woonden er 9 joodse families, zo’n 100 inwoners, die bijna geheel van de buitenwereld waren afgesloten. Er was geen tempel, maar alleen het huis van de genezer om samen te komen voor de Sjabbat. Ausubel kruipt als de 11-jarige Lena in de huid van haar grootmoeder en vertelt haar levensverhaal. Het is een soort parabel geworden waarin herhaaldelijk de vraag naar de bedoeling van God aan de orde komt, en het diepe verlangen naar de komst van een Messias.

Het boek begint met de brief aan de moeder van Ramona Ausubel. De brief is niet gedateerd en niet ondertekend.
‘Lieve Chaya,
Ik zit met jou op schoot bij het raam. (…) Hoewel je nog maar een paar dagen oud bent, is je verhaal, ons verhaal, lang geleden begonnen. Ons verhaal is er een dat ik ken, zowel de dingen die ik met eigen ogen heb gezien als de dingen die ik niet heb gezien. Die kennis zit ergens in mijn botten, ergens in mijn hart. Op een dag zullen jouw kinderen vragen wat er is gebeurd en dan zul jij een nieuwe versie vertellen, en op die manier zal het verhaal blijven voortleven. De waarheid ligt in het vertellen. (…)
Het begon in 1939 bij de noordgrens van Roemenië, op een klein schiereilandje omarmd door een troebele rivier. In die tijd waren de dagen stil en vredig.’

Daarna lezen we het verhaal van de wereld voordat Chaya bestond.
Tijdens de viering van de Sjabat, als de genezer een oud krantenartikel voorleest, dat gedateerd is op 3 september 1939 en dat gaat over de nadering van de oorlog, horen de dorpelingen plotseling een geweldige dreun, gevolgd door een explosie. Niet ver van hun dorp is een testbom gegooid. Ze gaan op onderzoek uit bij de rivier. Er spoelt een levende vrouw aan, in het vervolg ‘de vreemde’ genoemd. ‘Wie bent u?’ vraagt men. ‘Niemand zei het woordprofeet, maar iedereen dacht het.’ Het is dan ook vanzelfsprekend dat deze vreemde de leiding krijgt en neemt en Lena heeft meteen een band met haar en legt de anderen uit wat de vreemde bedoelt met ‘we beginnen opnieuw’. Men besluit een perfecte nieuwe wereld te gaan scheppen en de oude, boze buitenwereld buiten te sluiten. De link naar de bijzondere titel van dit boek is duidelijk. Als een bang kind dat op het punt staat ontdekt te worden, besluit het hele dorp ‘verstoppertje’ te spelen. Ze voeren dit plan heel rigoureus door!

De dorpelingen willen zich niets meer van de oude tijd herinneren. Klokken, radio’s e.d. worden in de rivier gegooid. Voor het verleden is geen plaats meer. Ze beginnen hun eigen nieuwe wereld waarvan we het complete scheppingsverhaal te lezen krijgen. Zo zijn ook de hoofdstukken genoemd. De eerste dag, de tweede dag, enz. Het verhaal wordt steeds fantasierijker en ongelooflijker en op de vijfde dag vindt er zelfs een herverdeling van de kinderen plaats. Lena gaat naar haar kinderloze oom Hersh en zijn gestoorde vrouw Kayla en accepteert zelfs, hoe intelligent zij ook is (!), dat zij daar alle stadia van het kind zijn opnieuw moet meemaken. Van baby tot huwelijk…. Gelukkig wel in sneltreinvaart! Lena speelt het spel mee. ‘Ik had een nieuwe wereld bedacht; nu zat er niets anders op dan hem te overleven.’ De deur van het huis van haar eerste ouders zit op slot. Lena wordt uitgehuwelijkt aan Igor, de onnozele, nietszeggende, dromerige oudste zoon van de bankier. Hoe oud is Lena dan? Twaalf? Igor is vijftien. Voor de 2e keer in haar leven wordt Lena doorgegeven. Dit zal niet de laatste keer zijn.

We maken een tijdsprong. Salomon die geboren is als eerste baby in de nieuwe wereld is vier jaar. En er is een tweede baby, ook een zoon, zonder naam. Lena en Igor zijn de gelukkige ouders. De vreemde heeft al het nieuws van de wrede buitenwereld steeds buiten het dorp weten te houden, maar ontdekt dan dat de juwelier nog een radio heeft en ’s nachts heimelijk naar het BBC-nieuws luistert. Ze luisteren voortaan samen en doen meer dan dat. Lena betrapt hen en is woedend. ‘De metalige geur van de liefde kleefde aan haar huid.’ Een van de vele fraaie zinnen! Het vertrouwen in de vreemde is weg. Het was een leugen. De hele nieuwe wereld stort in elkaar. Het is het einde van een mooi verhaal dat bijna vier jaar duurde.
 
Hierna krijgt het verhaal een andere wending. Het is niet meer mogelijk om buiten de werkelijkheid te leven en Lena vlucht met haar kinderen. We volgen haar op een gruwelijke tocht waarop zij veel offers moet brengen. Op haar weg naar de echte Nieuwe Wereld komt zij erachter dat de oorlog al enige tijd voorbij is ….. Waren haar offers dan niet nodig geweest?
Tijdens haar tocht ontmoet zij in de trein naar Odessa een oude vrouw. Zij legt Lena uit: ‘Ik weet dat God bestaat, want – nou ja, kijk maar om je heen. Alleen God kan een plek bedenken die zo krankzinnig en zo prachtig is als deze. Maar het probleem is dat hij geen ja en geen nee zegt. (…) God houdt gewoon van een goed verhaal’. En de wijze Lena voegt er aan toe: ‘Meer nog dan van goed of slecht moet onze God hebben gehouden van contrast.’

Na een wekenlange bootreis komt Lena in het veilige Amerika aan en wordt liefdevol opgenomen door een joodse familie. Ontroerend is dan de volgende passage: ‘Ik had het gevoel dat ik naar mezelf stond te kijken, op de tweede dag van de wereld, voordat alles was veranderd. De schok sidderde door mijn huid. “Tralala”, zongen alle geesten, “er is hier niemand, behalve wij allemaal.” (…) Ik was de vreemde en dit was mijn thuis’.

Aan het eind van het boek schrijft Lena een brief aan haar nieuwe Amerikaanse baby, Chaya. ‘Chaya, wat leven betekent in een taal die er misschien niet meer toe deed’ zo lezen we. De eerste alinea van de brief is hetzelfde als die van de beginbrief tot en met ‘De waarheid ligt in het vertellen…’. Daarna richt zij zich rechtstreeks tot haar baby en verwondert zich erover dat de afstand tussen verdriet en vreugde zo klein is. Ze besluit haar brief: ‘Nu lig je te slapen in je mandje, Je kan over van alles dromen, werkelijk alles. Moeder’.
Alle verschrikkingen zijn voorbij. Een welkom in weer een nieuwe wereld!

Een opvallende parallel met de joodse Tora is dat Ausubel dezelfde indeling hanteert. Vijf delen, samen 26 boeken. Vanaf de komst van de vreemde en het scheppen van de nieuwe wereld tellen we eveneens 5 delen en 26 hoofdstukken. En Ausubel kiest er eveneens voor om de titel van elk hoofdstuk te beginnen met ‘Het boek van …’. Bijvoorbeeld: ‘Het boek van de rivier, ‘Het boek van het begin, opnieuw’, zoals in de Tora.

Ausubels boek blijft lang in je gedachten. Niet alleen door het thema van de Holocaust maar zeker ook door de manier waarop dit bizarre vluchtverhaal verteld wordt, in een prachtig proza dat getuigt van kinderlijke eenvoud, onschuld en rijke fantasie van een jong meisje. Ondanks alle gruwelijkheden en vreselijke ontberingen, blijft Lena positief, en lijken hevig verdriet en onmenselijke acties haar niet te raken. De woordkeuze blijft te allen tijde simpel en puur, geen schokkende taal, maar desondanks zijn de vele beschrijvingen even beeldend als een schilderij. En dat verraadt het meesterschap van Ausubel,
Een absolute aanrader voor liefhebbers van Jiddische literatuur!
 
Ramona Ausubel studeerde aan de University of California en publiceerde korte verhalen in o.a. The New Yorker. Hiermee won ze diverse literaire prijzen. Ze baseerde deze roman op de geschiedenis van haar eigen familie. Haar grootmoeder ontvluchtte het geweld van de Tweede Wereldoorlog.

Er is hier niemand, behalve wij allemaal
Auteur: Ramona Ausubel
Verschenen bij: Uitgeverij Meulenhoff
Vertaald door: Lucie van Rooijen
Aantal pagina’s: 347
Prijs: € 19,95

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *